maandag 26 oktober 2009

Stage periode 1

Vorig jaar hebben we stage gehad. Van 03-02-2009 t/m 26-06-2009.
Ik had stage op Kinderdagverblijf de Parasol. Er waren 4 groepen: Rood, groen, geel en blauw.
Zelf zat ik op de rode groep het waren allemaal verticale groep met kinderen van 0-4 jaar.
De blauwe groep was van het roessingh en daar zaten therapeutische kinderen. Dus eigenlijk hadden ze daar zelf 3 groepen. In augustus ging de blauwe groep daar weg, ze gingen verhuizen naar het Roessingh-gebouw. Dit heb ik zelf niet gezien, omdat ik toen al weg was daar
Ik vond het er erg leuk en heb deze stage met een voldoende afgerond!



Rondje advies

Tussen de leeftijd van 0 en 4 jaar komt claimgedrag veel voor. Kinderen moeten in deze fase nog emotioneel zelfstandig worden en als ouder moet je de balans nog vinden tussen toegeven en grenzen stellen. Als je peuter merkt dat je alles doet om het hem naar de zin te maken, gaan ze steeds meer van je verwachten.

Structureer het geven van aandacht. Je kunt onmogelijk 12 uur per dag aandacht voor een kind hebben en je kind moet ook leren dat dit niet zo is. Hoe regelmatiger er ´echte´ aandacht is, hoe eerder je kind leert in de tussentijd zelf zijn bezigheden te zoeken.

Het is belangrijk dat je je kind van jongs af aan in kleine stapjes leert dat het emotioneel moeilijke dingen ook zelf kan. Dat geeft je kind basiszekerheid.
Om je kind te leren iets zelfstandiger en minder claimend te zijn kun je bijv. Er een gewoonte van maken dat je alleen naar de wc gaat en je kind even alleen laten. Laat je kind even in slaap huilen en kom alleen af en toe langs ter bemoediging. Help hem met spelen alleen even op weg, zo stimuleer je het alleen spelen.

Ligt dit aan mij?
Ja, want als je toegeeft weet het kind dat. Het is beter om het telefoongesprek af te maken en tegen het kind te zeggen dat je aan het telefoneren bent en dat hij gewoon moet wachten totdat mama klaar is met bellen. Hij kan bijvoorbeeld gewoon verder kleuren.

Doe ik het wel goed?
Nee ze doet het niet goed, anders zou het kind wel weten dat het niet op zo’n manier aandacht hoeft te vragen.

Hoe pakken jullie dit aan?
Op het moment zelf aanspreken, het telefoongesprek gewoon afmaken. Anders vraagt hij elke keer opnieuw aandacht.

Tips
Positief te benaderen, gedrag negeren, er wel op in gaan en hem duidelijk waarschuwen. Bijv. dat als hij niet luistert moet hij op de gang zitten. Dan doorgaan met je telefoongesprek, luistert hij dan nog niet dan consequent zijn en hem ook naar de gang sturen.

Wanneer is een kind er aan toe om zindelijk te worden?

Het kind moet lichamelijk in staat zijn om aan te voelen wanneer hij plassen of poepen moet. In eerste instantie zal je kind zich er wel bewust van zijn dat hij nu moet plassen of poepen maar kan dat nog niet van te voren aan zien komen. Pas later zal hij zich ook bewust worden van de aandrang en weten wat er aan de hand is vóór het gaat gebeuren. Als ouder merk je vaak dat je kind bezig is zijn luier vies te maken aan een bepaalde houding of een blik in zijn ogen.
Je kunt hem hier zelf opmerkzaam op maken door te vragen of hij aan het plassen is bijvoorbeeld.
Naast aanvoelen dat de aandrang er is, moet het kind ook voldoende controle over zijn sluitspier hebben. Om het op te kunnen houden als dat nodig is en om te laten gaan wanneer hij op het potje of op de wc zit. Meestal is dit zo rond het tweede jaar. Meisjes zijn over het algemeen wat eerder zindelijk dan jongens.
Begin je te vroeg of ben je te gespannen bezig met zindelijk maken van je kind dan kan dit leiden tot angst en onzekerheid. En zo wordt het alleen maar lastiger voor je kind om zindelijk te worden. Voorkom ook vooral dat het een machtstrijd wordt tussen jou en je kind, want dat ga jij verliezen: je kind kan zelf bepalen wanneer hij plast of poept, niet jij.

Als je kind er lichamelijk aan toe is komt de volgende stap. Hij moet hij nu zelf de zin van potjes en op de wc plassen in gaan zien, en zelf graag afstand van die (vieze) luier willen doen. Heb je het idee dat je kind er lichamelijk klaar voor is probeer dan zijn belangstelling te wekken. Zet een leuk potje binnen handbereik en maak duidelijk wat de bedoeling is. Bijvoorbeeld door hem erop te zetten als je denkt dat hij moet plassen/poepen, of door hem te laten kijken wat pappa en mamma doen op de grote wc.
Word niet boos als je kind niet op het potje gaat zitten, maar prijs hem als hij er wel op gaat zitten, met of zonder luier. Als er ook nog een keer een plas of een poepje in valt zal hij apetrots zijn.
Dwing je kind niet en houd er rekening mee dat er zeker de eerste tijd nog veel "ongelukjes" zullen gebeuren. Zeker als hij aan het spelen is zal hij niet altijd op tijd aan dat potje denken. En als het kind er de leeftijd voor heeft zal het zindelijk worden haast vanzelf gaan.
En moet je je kind nu belonen of niet? Het beste is natuurlijk als je kind er zelf plezier in krijgt en op het potje plassen. Stel hem in ieder geval geen grote beloning in het verschiet (veel kleine kinderen begrijpen dat toch nog niet) maar prijs hem direct elke keer dat hij zelf aangeeft te moeten plassen of poepen of als hij het potje heeft gebruikt.
Je kunt, als je een beloning wilt geven, bijvoorbeeld een stickerkaart gebruiken. Maak een plaat, hang deze op in het toilet, badkamer en spreek met je kind af dat hij een stickertje of een plaatje krijgt wanneer hij op de wc/potje heeft geplast. Wanneer er bijvoorbeeld 10 stickertjes zijn geplakt krijgt hij een klein cadeautje of iets wat hij leuk vindt om te doen.
Kortom, prijs je kind als het lukt. Maar... straf het vooral niet als het eens een keer niet goed gaat. Besteed er gewoonweg niet te veel aandacht aan en ruim de troep op. Volgende keer beter!

Bron:http://www.allesoverkinderen.nl/ne_zindelijkheid.htm

Wat is Peuterpubertijd?

De peuterpuberteit met al haar mogelijke perikelen begint meestal rond de 18 maanden en duurt zo tot de kleutertijd. Tijdens deze periode ontdekt de peuter dat hij een ander wezen is dan zijn ouders. Hij leert hoe de wereld in elkaar steekt en gaat grenzen uittesten. In feite heeft de peuterpuberteit redelijk veel weg van de gewone puberteit: je kind probeert zelfstandig te worden.
Het probleem met peuters is dat ze natuurlijk nog maar vrij weinig zelf kunnen. Dit staat hun zo gewilde zelfstandigheid behoorlijk in de weg en dat leidt tot frustraties en soms zelfs angst. Verder hebben ze last van stemmingswisselingen, wat voor henzelf ook best verwarrend kan zijn. Het ene moment voelen ze zich ontzettend blij en het volgende zijn ze bang of verdrietig.
Ook zijn ze op deze leeftijd nog erg ongeremd. Ze moeten zich nog leren beheersen. Het kan regelmatig voorkomen dat je kind zo wordt meegesleept door zijn emoties, dat er geen land mee te bezeilen is.


Niet alleen de peuter raakt in deze periode gefrustreerd.
Voor ouders kunnen de buien van een peuter een ware aanslag op hun gemoedstoestand zijn.
Het is moeilijk om te zien wat er in het hoofd van je kind omgaat, omdat de peuter nog niet in staat is om goed te communiceren. Het kan dus voor een ouder ook erg frustrerend zijn om maar niet te begrijpen wat je kind bedoelt. Je wilt je kind zo graag helpen, maar weet niet hoe. Als je peuter echt door het lint gaat, kun je flink kwaad worden of zelfs bang zijn voor het gedrag van je kind.
Sommige ouders maken zich zorgen over deze gevoelens en vragen zich wanhopig af of ze wel goede ouders zijn.
Sommige peuters hebben nauwelijks tot geen last van driftbuien. Hierdoor zijn mensen geneigd om de ouders de schuld te geven wiens kind wel last heeft van heftige uitspattingen. Dit is echter niet gegrond. Als ouder kun je er niets aan doen of je kind een driftbui krijgt of niet. Maar waar je als ouder wel invloed op hebt, is de manier waarop je met zo'n driftbui omgaat.

Liever niet doen:
Straffen, toegeven & onderhandelen.

Wat wel goed is:
Afleiden, positief gedrag belonen, op lichaamstaal letten, "nee" geen kans geven, zoveel mogelijk zelf laten doen, duidelijk en concequent zijn, ongewenst gedrag bespreekbaar maken, toon begrip voor zijn gevoelens, een time-out inlassen, routine handhaven.

Bron: http://www.allesoverkinderen.nl/ne_zindelijkheid.htm